juf Anita
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Les 1: Ker mag mee op rendierjacht
- De kinderen weten dat Nederland heel vroeger eeuwenlang een heel koud klimaat had.
- Ze leren dat ons land er toen uitzag zoals nu de toendra's van Noord-Europa.
- Ze weten dat er op de toendra's rendierjagers woonden en dat deze in kleine groepen rondtrokken.
- Ze kunnen uitleggen dat er in deze groepen nog geen eigendomsverhoudingen waren en dat alles collectief gebeurde.
- Ze weten dat de groepen zelfvoorzienend waren en dat het rendier hierbij een centrale rol speelde.
Les 2: Jagers in het bos
- De kinderen weten dat Nederland in de prehistorie verschillende klimaten heeft gehad.
- Ze kunnen vertellen hoe de leefwijze van de mensen verandert als het klimaat en daarmee het landschap verandert.
- Ze weten dat na de rendierjagers de bosjagers in ons land woonden en dat deze in kleine groepen rondtrokken.
- De kinderen weten dat er in de tijd van de bosjagers een overvloed aan voedsel was.
- Ze leren dat er geen eigendomsverhoudingen bestonden.
Les 3: Begraven onder de keien
- De kinderen weten dat de mensen van het trechterbekervolk niet meer als nomaden leefden.
- Ze leren dat zij dieren hielden en akkers ontgonnen en bewerkten.
- De kinderen weten dat er bij hen al sprake was van eigen bezit.
- De kinderen weten dat dit volk vooral bekend is geworden door de hunebedden die ze achtergelaten hebben.
- Ze kunnen vertellen hoe deze hunebedden waarschijnlijk tot stand zijn gekomen en welke functie ze hadden.
- De kinderen kennen het verschil tussen een nomadische cultuur en een sedentaire cultuur.
Les 4: Graven naar het verleden
- De kinderen leren dat het doel van de archeologie de reconstructie van het verleden is.
- Ze weten dat het interpreteren van vondsten hierbij belangrijker is dan de vondst zelf.
- Ze krijgen inzicht in de taken van een archeoloog.
- Ze kunnen vertellen hoe de ouderdom van een voorwerp bepaald kan worden.
Les 5: Wat heb ik geleerd?
- Verankeren van de leerstof.
- Plaatsen van de gebeurtenissen in de tijd.
Les 6: Keuzeles
- De kinderen bedenken hoe er op rendieren gejaagd werd,
- De kinderen weten welke klusjes er in de tijd van de rendierjagers gedaan moesten worden.
- De kinderen weten welke dieren er in de tijd van de bosjagers in ons land leefden.
- De kinderen weten hoe de bosjagers leefden.
- De kinderen krijgen inzicht in het veldwerk van archeologen. 

- Prehistorisch leven geschreven door William Lindsay
- Archeologie in Nederland geschreven door Karin van Hoof
- De fascinerende wereld van de hunebedbouwers geschreven door Hein Klompmaker
- Het grote bouwwerk geschreven door Rian Visser

(Advertentie)

Les 1: Een warm bad
- De kinderen weten dat rijke Romeinen grote villa's bezaten die luxueus waren ingericht.
- Ze kunnen enkele voorwerpen noemen die thuishoren in een Romeinse villa.
- Ze weten dat de Romeinen centrale verwarming en warmwaterbaden hadden en hebben enig idee hoe die voorzieningen functioneerden.
- Ze weten dat de Romeinen slaven bezaten om voor hen te werken.
- Ze beseffen dat de relatie heer-slaaf nogal kon variëren.
- Ze leren dat de Romeinen verharde wegen aanlegden.
Les 2: Een Romeins legerkamp
- De kinderen weten dat de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk vormde.
- Ze leren dat de legioenen gehuisvest waren in forten.
- Ze leren dat de Romeinen in bondgenootschap probeerden te leven met de Germaanse stammen aan hun grenzen.
- Ze weten dat er in Nijmegen een fort was en dat er buiten dat een dorp ontstond, dat later uitgroeide tot de Romeinse stad Noviomagus
Les 3: De goden en godinnen van de Romeinen
- De kinderen weten dat de Romeinen meerdere goden kenden.
- Ze weten dat veel overwonnen volkeren eveneens meerdere goden kenden.
- Ze kunnen enkele namen van belangrijke Romeinse goden noemen.
- Ze leren dat het alledaagse leven sterk bepaald werd door goden en geesten.
- Ze kunnen vertellen dat de goden in een tempel vereerd werden en dat er offers gebracht werden om hen gunstig te stemmen.
- Ze weten dat er familierelaties tussen goden en godinnen bestonden.
- Ze weten dat de christenen in één God geloofden.
- Ze weten dat de christenen lange tijd door de Romeinen vervolgd werden.
Les 4: Verkleed als Romein
- De kinderen leren dat er heel veel verschillende soorten museums zijn.
- Ze weten dat uitgebreide verzamelingen in een museum terecht kunnen komen.
- Ze hebben enig inzicht in wat er in een bepaald museum te zien zal zijn.
- Ze weten wat er in een historisch museum te zien is.
- Ze kennen de naam van het "Rijksmuseum van Oudheden" in Leiden.
- Ze weten dat museums tegenwoordig veel doen om bezoekers ook actief bij de tentoonstelling te betrekken.
Les 5: Wat heb ik geleerd?
- Verankeren van de leerstof.
- Plaatsen van de gebeurtenissen in de tijd.
Les 6: Keuzeles
- Een mozaïek maken is een kunst. De kinderen ervaren hoe moeilijk en tijdrovend het is.
- Door het uitbeelden van een gedeelte uit het verhaal "Een warm bad" staan de kinderen stil bij de verschillen tussen een Germaanse en een Romeinse woning.
- De kinderen weten dat het extra inspanning kost om iets duidelijk te maken als ze de taal van de ander niet verstaan.
- De kinderen leren objecten uit verschillende tijden te koppelen aan onze tijd, de Romeinse tijd of de tijd van de Germanen.
- De kinderen begrijpen het belang van wegen en weten dat de Romeinen verharde wegen hebben aangelegd.
- De kinderen weten dat de Romeinen andere cijfers gebruikten dan wij.
- De kinderen kunnen deze cijfers lezen en gebruiken.
- De kinderen weten dat de Romeinen in hun vrije tijd spelletjes speelden.
- De kinderen weten dat voor deze spelletjes weinig materiaal nodig was.
- De kinderen weten hoe het Romeinse leger was samengesteld.

- Romeinen in Nederland geschreven door Darja de Wever
- De Romeinen geschreven door Fiona Macdonald
- Daar komen de Romeinen geschreven door Jan Paul Schutten
- De Romeinen geschreven door Clare Oliver

(Advertentie)

Les 1: "Ik wil vrij zijn"
- De leerlingen kennen het verschil in juridische positie tussen horigen en vrije burgers.
- Ze kunnen een beschrijving geven van een middeleeuwse stad.
- Ze kunnen van een kasteel en een stad de overeenkomsten en verschillen aangeven in bouwwijze en verdediging.

Les 2: Een stadje aan de IJssel
- De kinderen kunnen beschrijven hoe en waarom rond het jaar 1200 steden ontstaan zijn.
- Ze kunnen verklaren waarom de stedelingen een eigen rechtssysteem nodig hadden.
- Ze weten wat stadsrechten zijn en hoe ze verkregen werden.
Les 3: De regels van de stad
- De kinderen kunnen beschrijven hoe een stad in de Middeleeuwen bestuurd werd.
- Ze kunnen een beschrijving geven van huizen en straten in een middeleeuwse stad.
- Ze weten wat een gilde is.
Les 4: Oude gebouwen in een moderne stad
- De kinderen kunnen in hun omgeving gebouwen uit het verleden aanwijzen.
- Ze weten dat poorten, kerken en stadhuizen belangrijke gebouwen in middeleeuwse steden waren.
- Ze weten welke schade uitlaatgassen aanrichten aan historische gebouwen.
- Ze leren dat historische gebouwen en archieven grote waarde hebben voor de studie van de geschiedenis.

Les 5: Wat heb ik geleerd?
- Verankeren van de leerstof.
- Plaatsen van de gebeurtenissen in de tijd.
Les 6: Keuzeles
- De leerlingen maken zelf een schildering van een middeleeuwse stad.
- De leerlingen kunnen in hedendaagse steden het middeleeuwse hart herkennen.
- De leerlingen kunnen een aantal grote steden in Nederland op de kaart plaatsen.
- Ze kunnen een stad in hun eigen omgeving, of hun eigen woonplaats op de kaart van Nederland aangeven.
- De kinderen kunnen naar aanleiding van een foto zelf een glas-in-loodraam maken.
- De leerlingen krijgen een beeld van het leven in een middeleeuwse stad.
- Ze kunnen zich identificeren met de hoofdrolspelers.
- De leerlingen kunnen middeleeuwse gebouwen in hun omgeving herkennen.

- De middeleeuwse stad geschreven door Truus Visser-Van den Brink
- Het kasteel geschreven door Marian van Gog

(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)